Mijn kleine dappere vriend

IMG_20190115_141657_resized_20190115_092722269Ik ben dan wel geen moeder, toch brak mijn moederhart vandaag. Als ik in de ochtend het weeshuis binnen kom, blijkt al snel dat een van ‘mijn’ kinderen ziek is en naar het ziekenhuis moet. Er is echter niemand die met hem mee kan. Aan het einde van de middag heb ik zelf een ander weeshuis bezoek gepland staan en kan zelf dus eigenlijk ook niet, maar ik kan het ook niet over mijn hart verkrijgen dat mijn kleine zesjarige vriend alleen met de ziekenauto naar een voor hem onbekend ziekenhuis moet gaan. Ik besluit dan ook om met hem mee te gaan.

De weg naar het ziekenhuis duurt lang en het is snikheet in de ziekenauto. Mijn dappere vriend slaapt lekker door alles heen, wat ben ik trots op hem. Terwijl ik naar hem kijk bekruipt mij het gevoel dat ik op een plek zit waar ik niet hoor te zitten. Hier zou zijn vader, moeder of een ander familielid moeten zitten. Maar helaas, die zijn er niet. Ze moesten eens weten hoe sterk en dapper hij is!

Ik raak met de arts die bij ons zit in gesprek, ze vertelt me dat ze twee banen heeft, omdat ze anders niet genoeg geld verdient. Iets wat we ons in Nederland – in haar positie – niet kunnen voorstellen. Ze vraagt zich dan ook hardop af waarom ik in hemelsnaam Nederland heb achtergelaten, waar alles zo goed is geregeld. Die vraag stel ik mezelf ook wel eens, maar nu niet, aangezien het antwoord naast mij ligt. Mijn kleine vriend die bijna niemand heeft die naar hem omkijkt, dat is exact de reden waarom ik hier ben.

In het ziekenhuis aangekomen moeten we eerst een tijdje in een leeg en kil kamertje wachten. Af en toe zie ik een klein glimlachje op zijn gezicht verschijnen. Hij geeft geen kik als er bloed wordt afgenomen en röntgenfoto’s worden gemaakt, opnieuw vervuld mijn hart zich met trots.

Dan komt het moment dat mij verzocht wordt het ziekenhuis te verlaten en ik hem achter moet laten. Ik zou willen dat ik zo sterk was als hem. Terwijl hij zich zo moedig door alles heen slaat, lopen bij mij de tranen over mijn wangen als ik de afdeling afloop. Het breekt mijn hart om hem daar (weer!) ‘alleen’ achter te moeten laten..

Word maar snel weer beter, kleine dappere vriend!